Op 8 april 2009 ging Aliceke Kerremans, echtgenote van Mil Wastyn en moeder van Bert Wastyn van ons heen.
Elisa Augusta Camilla Kerremans werd op 29 juni 1931 als jongste van twaalf kinderen te Hemiksem geboren. Ze was amper negen jaar oud toen ze kort na elkaar haar beide ouders verloor. In eerste instantie werd ze opgevangen door haar nonkel Frans te Puurs om dan uiteindelijk terug in Hemiksem bij haar oudere zus Maria te belanden. Ze noemde haar zus Maria en haar man Frans, ma en pa. Weer sloeg het noodlot toe en Frans en Maria moesten gedwongen gaan werken naar Duitsland. Er werd voor Aliceke een plaatsje gezocht bij de "nonnekes" in een internaat in Brussel waar ze de rest van de oorlog verbleef. Hier kreeg ze alles wat ze nodig had en leerde er op de korte tijd van drie maanden vlot Frans spreken. Als weeskind moest ze ook tijdens de vakantieperiodes op het internaat blijven waar ze dan portier speelde voor de bezoekers en vlot leerde kousen stoppen en knopen aan matrassen naaien. Om de veertien dagen kon ze op bezoek bij familie in Brussel waarmee ze dan mee naar de Marollen mocht. Hier diende ze zelfs eens mee door de catacomben te vluchten omdat de Duitse bezetter, op zoek naar smokkelwaar, een razzia hield. Ook de brand van het Justitiepaleis maakte op haar een grote en blijvende indruk. Na de bevrijding werden alle wees-kinderen uitgenodigd op een diner in Londen. Ze gaf wel een ruiker bloemen af aan Churchill doch durfde niet in het grote legervliegtuig stappen, een vliegangst die ze evenwel later overwon. Na de oorlog keerde Alice terug naar zus Maria. In dit gezin werd er nog een dochter, Horty, geboren en Alice werd grote zus. Van toen af noemde iedereen, zelfs nu nog de kinderen en kleinkinderen van Horty, haar "ons zuske". Aliceke was een vlijtige, rustige en behulpzame leerling en maakte haar studie af aan het Belpaire instituut te Antwerpen. In deze periode werd ze ook lid bij de Socialistische Jeugd waar ze haar oog liet vallen op Mil en tot over haar oren verliefd werd. Later beweerde ze steeds dat als zij de eerste stap niet had gezet het "er nooit van gekomen zou zijn". Maar het kwam er wel van en reeds na zes maanden verkering huwden ze en gingen inwonen bij Mil's vader, die weduwnaar was. Toen ze later verhuisden naar de nieuwe wijk van "De Kleine Landeigendom" ging "groteva" mee. In 1954 werd zoon Bert geboren. Alhoewel hij enige zoon was voelde hij zich nooit zo want Aliceke hield geweldig veel van kinderen en zodoende waren nichtje Horty en neef Hendrik bij haar en Mil kinderen aan huis zodat Bert hen als zijn zus en broer beschouwde. Hun liefde voor kinderen en hun blijvende verbondenheid met de Rode valken maakte dat ze steeds in deze jeugdbeweging actief bleven. Neef Hendrik, plaatselijk verantwoordelijke van de Rode valken van Hemiksem, vroeg zijn oom en tante daarom graag mee als kookouders op de vele binnen- en buitenlandse kampen die deze afdeling organiseerde. In Hemiksem wordt ze daardoor door heel der generaties "Tante Alice" genoemd. Deze socialistische jeugdbeweging bleef steeds een rode draad door haar leven want toen zoon Bert nationaal secretaris van deze werd engageerde zij en Mil zich weer om te koken op kaderdagen en kampen. Voor haar vier kleinzonen, die ook steeds mee mochten, waren ze de natuurlijke oma en opa maar voor zoveel andere Rode Valken en Pioniers de kookoma en -opa en nog zoveel meer … en daarom werden ze van de Kempen tot in de Westhoek door hen "de oma en den opa" genoemd. De kleinzonen noemden haar plagende "oma tikkeneitje" omdat zacht gekookte eitjes bij het ontbijt steeds favoriet waren. Het was niet enkel met de Rode Valken dat ze verre reizen, zoals o.a. naar Finland, Cyprus, Israel, e.d. deden want ook met auto en tent werden er met de familie reizen naar o.a. Noorwegen en Griekenland gedaan. Ze gingen niet om op het strand te liggen doch om plaatsen te bezoeken, dingen te bekijken en vreemde culturen op te snuiven. Aliceke sprak zeer goed Frans en Engels en leerde zelfs op haar zestigste nog Spaans waardoor ze op de reizen steeds zeer vlot in contact kwam met andere mensen. Na de op pensioenstelling van Mil kregen ze beiden te maken met hartproblemen en stonden verre reizen niet meer op het programma. De Ardennen en de kust werden nu de reisbestemming. Vorig jaar september ging het plots niet zo best met Aliceke en een gezwel aan de gal met uitzaaiingen werd vastgesteld. Medicatie hielp niet al te goed om de pijn weg te nemen doch gaf haar voldoende comfort om thuis bij haar familie te blijven. Uiteindelijk diende ze toch terug in het Middelheimziekenhuis opgenomen te worden waar ze op 8 april toch zeer onverwacht overleed daar het er enkele dagen voordien naar uitzag dat ze terug naar huis mocht gaan. Of we nu Aliceke kende als "zuske", "tante Alice", "de oma", "oma Tikkeneitje" of "Aliceke van de Mil" het was een bijzonder lieve vrouw, die steeds voor haar eigen gedacht uitkwam maar ieder in zijn waarde liet, bekommerd was om man, kind en kleinkinderen. Ze was diegene die zorgde dat de uitgebreide familie elkaar niet uit het oog verloor. Ze had de beste verstandhouding met haar buren en ze was een echte kameraad voor haar vrienden. Ze stond steeds voor iedereen paraat en haar warme persoonlijkheid maakte haar zeer geliefd. Zo zullen we aan haar denken en als later de scherpe kantjes van het verdriet zijn afgesleten zullen we deze herinneringen aan Aliceke levendig houden. En om het met de woorden van Bram Vermeulen te zeggen: "dood ben je pas wanneer je bent vergeten".
achter : Seppe Wastyn, Jelle Wastyn, Stijn Wastyn, Robbe Wastyn
voor : Evelien Hoedekie-Wastyn, Emiel Wastyn met Momi Wastyn, Els Vermeeren, Frieda Storme, Bert Wastyn
terug naar: Ons familiehoekje.